Lekker wandelen
Door: André & Manita
Blijf op de hoogte en volg André & Manita
18 Augustus 2009 | Australië, Sydney
Vanaf Hervey Bay de veerboot genomen naar het eiland en daar stond de taxi al op ons te wachten die ons vanaf Wanggoolba Creek naar het beginpunt van de wandeling, aan de andere kust van het eiland bij Dilli Village, bracht. Vandaar uit slenteren we op ons gemakkie in 4 dagen tijd de 55km terug naar een veerboot. We kiezen dit gedeelte van de Great Walk omdat we op deze manier langs de meest populaire plekjes van het eiland komen, maar op tijdstippen dat het er rustig is. We moeten helaas wachten totdat alle auto’s de veerboot af gereden zijn, voordat wij voet aan vaste wal mochten zetten. De taxi chauffeuse had geen probleem met ons te vinden: 2 mensen met een grote rugzak op, dat moest haar ritje zijn.
Maar ondertussen waren vele andere auto’s al vertrokken, allemaal het eiland overstekent naar de andere kust waar er over het strand gereden kan worden en ze snel de mooiste visplekjes wilden claimen. Voor ons zat dus ook de blauwe 4WD Suzuki, waarvan de veerboot kapitein al had gezegd: die komen jullie vandaag nog wel een keertje tegen……. En inderdaad met nog 5km te gaan naar de andere kust, stond hij tot aan zijn assen vast in het zand: ondanks dat het een 4WD was, stond hij niet hoog genoeg op zijn wielen om zijn onderkant uit het zand te houden en jammere voor hem was dat het verlagen van de bandenspanning (iets dat wordt aanbevolen voor het rijden door zand) dit alleen nog maar verergerde! Maar ze hadden geluk: omdat het slechts een éénbaans zandpad is, was iedereen die achter hem stond toch wel erg kien om hem weer snel op gang te krijgen en had hij dus helpende handen genoeg. Daardoor weet ik nu precies hoe je een auto die vast staat in het zand weer gaande te krijgen (ik geloof dat je spelt als “G R A V E N”) en dat vraagt natuurlijk om meer, dus het zit er dik in dat onze Fraser Eiland ervaring na de wandeling nog een vervolg gaat krijgen!!
Maar eerst dus de wandeling. Vanaf Dilli via Wongi’s kale zandheuvel, is het een makkie naar het eerste meer, Lake Boomanjin, wat tevens onze eerste overnachtingsplekje was. We hadden de kampeerplek voor onszelf. Omdat de Dingo’s (wilde oud rashonden) op Fraser zich nogal, laten we zeggen, enthousiast gedragen naar de toeristen, hebben ze om de kampeerplekjes een groot hek moeten zetten zodat mensen ’s nachts in ieder geval rustig in hun tentje konden slapen. Bovendien stond er bij elke plek een grote metalen kist waar je je etenswaar veilig in op kon bergen. Dat ziet er dus niet zo positief uit, maar buiten dat was het een mooie stek. Lekker bij het theekleurige meertje een biertje gedronken (wie zei er ook al weer dat wandeltochten afzien was??), maar dat Manita het laatste slokje van dat biertje, wat ik dus km’s lang met bloed zweet en tranen voor haar door dat bos gesjouwd had, gedachteloos in de bosjes wierp, zal ik haar niet gauw vergeven…..
De volgende dag doorgelopen naar “Central Station” en dan realiseer je je pas hoe snel de vegetatie kan veranderen op een eiland van 15 to 30km breed: van het kale strand via de met gras en lage struiken begroeide duinen naar een aantal zoetwatermeertjes omgeven door een volgroeid bos (waarvan Birrabeen met zijn mooie zandoevers en blauwe waters er met kop en schouders bovenuit stak) en als je dan de hoek omslaat sta je ineens in een volledig tropisch regenwoud met lianen, hertshoornen, enorme bomen en al het andere dat daar bij hoort. Dat het lente is maakt het alleen maar mooier met de vele verschillende bloemen die we tegenkomen, vooral in de heide stukken.
Na een hete douche ‘s ochtends, weer fris op pad, maar na een km worden er hard in de rem geknepen. We komen in een vallei die zo nauw is dat de zon er weinig toegang tot heeft. Onderin loopt er een kraakhelder beekje over hagelwit zand (je moet dus goed kijken om überhaupt het water te zien) en met al die vochtigheid groeien verschillende soorten palmen (ook de historische Koningspalmen) er wel erg weelderig: een heel indrukwekkend en, door het kabbelende water, een rustgevend stukje natuur. Dat dit beekje hetzelfde stroompje is waar de veerboot geland is en in die paar km in een behoorlijke rivier is veranderd is moeilijk voor te stellen… Helaas we moeten door, want vanavond moeten we bij Lake McKenzie zijn: met zijn prachtige zandstranden, glashelder water en goede toegankelijkheid voor auto/bus, het populairste meer van het eiland. Onderweg op de bospaadjes komen we volop goannas tegen die lekker in het zonnetje liggen op te warmen en vaak haastig de boom inklimmen zodra ze ons horen komen. We vinden er overigens ook eentje in de vuilcontainer als we ons afval halverwege de wandeling lozen: eten(-sresten) blijft helaas een gemakkelijke vangst voor vele dieren. Als we in de loop van de middag bij het strand aankomen zien we aan de andere kant hordes mensen op hun manier genieten van de natuur. Wij besluiten op het rustige stukje wat vertier te zoeken; een verfrissende duik en genietend van het zachte zand wachten we tot de bussen vertrokken zijn voordat we ons kampeerplekje gaan opzoeken. Snel de tent opzetten en met zonsondergang delen we de omgeving alleen met wat zoetwaterschildpadden en misschien een dingo op de loer.
Na de laatste loopdag vertrekken we met een andere veerpont vanaf Kingfisher Resort. Dat blijkt een perfecte plek te zijn om de trip te beëindigen: er is een koud biertje te verkrijgen en een hete douche voor de daggasten. Prima beloning voor de afgelegde kilometers!
-
27 Augustus 2009 - 16:32
JUDY:
HALLO LUITJES ZITTEN ER OP DAT EILAND OOK SLANGEN OF ANDER GESPUIS WAT JE LIEVER NIET IN JE TENT KRIJGT??
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley