Een pinguin per dag
Door: Manita
Blijf op de hoogte en volg André & Manita
16 Februari 2008 | Nieuw Zeeland, Wellington
De dag erna, via de haven Port Chalmers waar een NLse (dezelfde die Amsterdam Centraal versiert heeft tijdens de verbouwing) een foto-expositie heeft, volgen we de kustroute ipv de ‘rijksweg’ SH1, kruisen het treinspoor tig keer en genieten van de uitzichten, op weg naar Shag Point, wat meer heeft dan shags (aalscholvers) alleen; pinguïns! Met verrekijkers in de hand bekijken we het gewaggel. Helaas mogen we niet aan deze fantastische ruige kust kamperen, maar een stukje verder vinden we een plekje met uitzicht op zee dat we delen met één andere kamper.
Wakker geworden: regen. Naar bed: regen. Tussen door wandeling gemaakt langs het strand een paar km vanwaar we geslapen hadden, langs allerlei vreemde rotssculpturen. Een kunstgalerietje in de natuur! En geen andere klanten dan wij. Onze stevige trek stillen in een kneuterig tentje aan de pier waar de visserbootjes aanleggen; versere vis is er niet! We worden nog net binnen gelaten voor een (zeer) late lunch om 4uur, de rest van de avond zaten ze volgeboekt vanwege Valentijnsdag (waar wij nooooit aangedacht hadden). Wat een geluk! Voor onze dagelijkse pinguïn dosis naar Moeraki vuurtoren; zoveel YEPs (Yellow-eyed pinguins) hebben we er op het vaste land nog niet bij elkaar gezien. En nog van dichtbij ook. In allerlei stadia; sommige nog met jong, andere waren al aan wal vanwege de rui. En een kleine blauwe pinguïn in z’n holletje. Wij vinden die blauwe sowieso al minder leuk om te zien qua pinguïn, en bovendien komen ze ’s avonds zo laat aan land, dat het al te donker is om er nog echt van te kunnen genieten. Maar die geeloogpinguïns blijven leuk! Wat een’inspanning’ maken lokale mensen om ze te beschermen, weilanden aan te planten met flaxen en struiken zodat ze nesten kunnen maken, vallen zetten om rovers tegen te gaan, hekken om te nieuwsgierige mensen buiten te houden en zo de kolonie kans te geven langzaam te groeien. Met een goed gevoel ons bed in; het ruisen van de golven helaas verwisseld voor het geluid van de weg en het getik van de regen.
Als het droog wordt tegen het middaguur, verwisselen we ons plekje voor eentje 10km verder voor de lunch en kletsen bij met lui van twee omgebouwde bussen die we al meerdere keren tegen gekomen zijn. Niet alleen verschillen we in kleur haar, maar ook in onze dagprogramma’s. Zij zijn happy gewoon wat aan te rommelen en ondanks dat wij wel zulke dagen tussendoor hebben, willen wij meer! Dus op naar Oamaru, op naar de blauwe pinguïnkolonie. Met Loes en familie hebben we ze, ongeveer dezelfde tijd vorig jaar, met grote getale binnen zien komen. De opzet is een soort stadium met spotlights, op het eerste gezicht gericht op massa toerisme, maar een goede manier om hun aankomst en gedrag te kunnen bekijken, zonder ze te verstoren. Zoals we van het jaar ontdekt hebben is het op eigen gelegenheid bespieden van blauwe pinguïns eigenlijk niet goed mogelijk. Verleden jaar was er een stel jongen, dat al dagen op de terugkeer van hun ouders zat te wachten en iedere volgevreten ouder die landde achterna zat, of het nu die van hen was of niet; zo grappig! Overdag heeft ditzelfde centrum ook mogelijkheden om binnenin de kolonie te kijken, misschien een goede optie voor dit keer. Maar helaas waren er geen jongen aanwezig in het open gestelde gedeelte, dus besloten wij niet te gaan en alleen langs de rand van de kolonie te lopen om toch een aantal in hun holletje te zien liggen of staan. De wandeling liep verder langs de kust, pelsrobben ons pad weer blokkerend maar uiteindelijk ruimte creëerden zodat wij de rotsen op konden klimmen om de terugtocht over de klippen te maken. Een aantal mensen had zich op het hoogste punt al verzameld om de geeloog-pinguins binnen te zien komen. Deze keer sluit ons ‘dagprogramma’ niet aan met de pinguïns, maar met theater; de lokale geschiedenis zeer goed op de planken neer gezet.
Na nog een ochtendje Oamaru, door de straatjes met statige witte kalksteengebouwen, snuffelend in tweede handsboekwinkels, langs beeldhouwers en whiskybaronnen, verlaten we de kust, weg van het dagelijkse genot van ‘een pinguïn per dag’, naar het westen; ik verlang naar de bergen na vier weken aan de kust.
-
15 Maart 2008 - 06:46
Sigrid Van Elk:
Ik ben jaloers!! Hoewel ik zelf ook al eens in Dunedin ben geweest en op Philip Island (onder Melbourne) en hier in West Australie op Penguin Island kan je nooit genoeg pinquins zien!!!!
xxx
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley