Water - Reisverslag uit Port Vila, Vanuatu van André & Manita - WaarBenJij.nu Water - Reisverslag uit Port Vila, Vanuatu van André & Manita - WaarBenJij.nu

Water

Door: André

Blijf op de hoogte en volg André & Manita

21 Augustus 2007 | Vanuatu, Port Vila

Door de vrij grote groep van vrijwilligers (8 volwassenen, 2 kinderen en 2 begeleiders) zijn we in staat geweest 2 dorpen te helpen aan een betere vers watervoorziening tijdens onze week op een van de eilanden (Ambrym) van Vanuatu. Overigens is 1 van de begeleiders nooit op Ambrym aangekomen: hij is vanuit Port Vila helaas weer ziek naar NZ terug gekeerd. Het vermoeden is dat hij door eenb insekt gebeten is en daar een allergische reaktie op gekregen heeft. Bij terugkomst in NZ bleek dat hij weer aan de beterende hand was.

De reis

Zaterdagochtend 3 uur gevlogen van Nieuw Zeeland naar Port Vila: de hoofdstad van Vanuatu. Daar zijn we 3 dagen gebleven om een beetje te acclimatiseren en inkopen te doen voor ons verblijf op Ambrym. Zo hebben we onder andere wat etenswaar (zoals 20kg rijst) gekocht, zodat niet alle etenswaren voor de nogal grote groep van vrijwilligers bijeen geschraapt moest worden door de lokale bevolking. De dames hebben ook nog elk een ‘eiland jurk’ gekocht want vrouwen in broeken zou als ‘niet gepast’ worden uitgelegd. Deze moesten echter wel gedragen worden met fietsbroeken eronder, want de jurken waren doorschijnend en bovendien zouden werkposities in een jurk te veel prijsgeven.

Dinsdagochtend vertrokken met het vliegtuig naar Ambrym. Al gauw bleek dat een vliegticket voor lokale vluchten alleen betekende dat je vervoerd wordt. De tijd en de vlucht die op je ticket staat wordt volledig genegeerd en aangepast naar het aantal mensen dat op de dag werkelijk verschijnt. Zo was onze groep (volgens de tickets) verdeeld over 2 vluchten die een half uur na elkaar zouden vertrekken. Tot onze verbazing zaten we na het inchecken allemaal op dezelfde vlucht en waren we eerder op Ambrym geland, dan dat we volgens het ticket hadden moeten opstijgen..... maar zowel wij als alle bagage en in Nieuw Zeeland gekochte materialen voor het project (een gedeelte achterin de cabine op stoelen, want niet alles paste in het bagage compartiment!!) zijn veilig op landingsstrip op Ambrym aangekomen.

Het dorp Bajap waar we de hele week zouden bivakeren lag op een half uur rijden van het vliegveld, maar nog wel aan de zee. De tocht alleen was al leuk: een pick-up, dus 2 passagiers voorin en de rest (met alle bagage) achterop de laadklep. Hadden we eerst nog aanmerkingen op de kwaliteit (en veiligheid) van de auto (ik was blij dat we uiteindelijk in het dorp aankwamen en niet halverwege moesten gaan lopen), later in de week zou blijken dat dit een van de betere auto’s op het eiland was.....

Aankomst Bajap

Na aankomst werden we naar het ‘gastenverblijf’ verwezen. Andere dorpen waar het waterproject team geweest was hadden ze op de (aarde)grond te moeten slapen en wij hadden dus matten en luchtbedden meegenomen. Dit dorp had dus een gastenverblijf gebouwd met een betonnen vloer en er stonden zelfs een paar eenvoudige houten bedden. Verder was er nog een los toilethutje (gat in de grond met wat privacy) en een washok waarin een teil met water stond wat je met een klein bakje over je heen kon gooien.... brrrrr. Dit was uiteraard een hele luxe voor de dorpsbewoners, maar gasten krijgen altijd het beste, en we waren dus zuinig met het water. Alle wanden en daken bestonden uit plaggen. Het dorp had dit gastenverblijf gebouwd voor de toeristen die langskwamen om de nog aktieve vulkaan te beklimmen en die te zien borrelen en spugen (dit is een van de weinige plaatsen op de wereld waar dit kan). Door dit gastenverblijf had Bajap dorp in ieder geval nog een beetje inkomsten. Naar later bleek hadden de bewoners van Bajap het ook wat water iets beter dan sommige dorpen landinwaarts, want zelfs als er weer te weinig vers water was, dan konden ze altijd nog zichzelf en hun kleding wassen in de zee.

Al gauw was het tijd voor de ‘aankomst ceremonie’: het hele dorp bijeen en het dorpshoofd, de pastoor en dorpouderen een welkomswoordje spraken. Ondanks dat het dorp redelijk groot was, woonden er minder mensen dan dat je zou denken. Er waren vooral kleine kinderen en oudere mensen. De gehele midden groep was verdwenen doordat een groot gedeelte van hen in de hoofdstad van Vanuatu werkte. Dat bleek later ook voor het waterproject van belang, want ondanks dat de oudere mannen erg veel geholpen hebben, had ik zelf het liefst meer jongeren laten zien wat de bedoeling was, zodat ze dat later konden kopieren. Afijn zoals we dat deze week wel vaker moesten doen: roeien met de riemen die je hebt.

Het dorpsleven

Het leven in het dorp is gecentreerd rond God en de kerk, wat al direct in de toespraken duidelijk werd. De dorpen zijn dan ook gesplitst per geloof, maar gelukkig vinden er wel trouwerijen tussen verschillende geloven plaats. Ook wij kwamen onder een interkerkelijke noemer binnen. Als eerste karwei zou de kerk met zijn grote reservoirs en het water reservoir van de pastoor aangepakt worden.

Naast de kerk staat ook de “nakamal”: een dorpsclubhuis voor de mannen om bv te vergaderen. Tijdens ons verblijf is de nakamal gebruikt als eetgelegenheid voor ons allen, dus ook de vrouwen.
Daarnaast stond een afdak als keuken, waar de lokale vrouwen zorgden voor 3 maaltijden per dag, onder leiding van de vrouw van de pastoor. Naast de meegebrachte rijst, werden er gekookt met produkten uit eigen tuin. De maaltijden bestonden voornamelijk uit broodvruchten, papaya, meestal gekookte banaan, (het was helaas geen mango seizoen) en wortelgroenten zoals yam en taro. Als smaakmaker in gerechten werd kokosmelk gebruikt en hooguit wat verdwaalde kip. Dus een week lang geen vet, zout en kruiden, melk. Maar het was ongelofelijk dat ze met de weinige produkten toch nog zo een grote varieteit wisten te maken. Eerlijk gezegd, hoe minder ze met de verse producten deden, hoe beter het smaakte, maar de lokale delicatesse Laplap (meestal voor speciale gelegenheden), een soort in open vuur gebakken koek van gerapte/tot pasta geslagen yam of taro aangelengd met kokos en water, moesten we toch regelmatig proeven.
De meegebrachte koffie leek de eerste dag wel thee, dus al snel zorgen de vrouwen alleen voor heet water, en maakte ieder zijn eigen drank. Verder dronken we alleen water, aangelengd met jodium voor zuivering. De kava, de lokaal gebrouwen alkohol van wortels gedronken door de mannen, hebben we ondanks meerdere hinten niet mogen proeven in het dorp.

Door ons enthousiasme was het wel eens stapje terug en aanpassen aan het lokale tempo, zij relaxen wanneer zij willen, of de siesta tijden. De lokale pastoor bleek de meest hulpvaardige man, en een man met veel respect waar goed naar geluisterd werd, dus die voor ons ook anderen wist te motiveren.

Er was voldoende tijd om praatjes te maken met de bevolking en wat meer van hun leven te weten te komen. Soms wist je niet wie wie vermaakte als er weer eens gegiecheld werd, maar onderling ging het met zowel het vrijwilligers team als de mensen van Biap erg goed. De taal maakte communiceren niet altijd even gemakkelijk. Naast Engels en Frans dat in de scholen geleerd wordt, spreken de mensen voornamelijk Bislama, de derde officiele taal, of hun eigen taal, waarvan er maar liefst 115 verschillende in Vanuatu zijn. Wat woorden Bislama leren en vooral proberen te lezen was interesant; bv Tanyu tumas (Thank you) en Mi sori (I am sorry). Oke deze dan; No sutum ol pijin long eria ia (No shooting of pigeons in this area): nogal wiedes leek ons op het schoolterrein!!


Het dorpsgezicht bestond voornamelijk uit gevlochten hutten van de bladeren van de kokospalm. Vaak meerdere hutten voor een familie; koken, eten en slapen in verschillende hutten of afdakjes. Het erf, regelmatig geveegd met de grashark, was vaak omringd door sierboompjes zoals kroton (waar weer kleuringe feestslingers van gemaakt kunnen worden) en grote vruchtenbomen. En de vele kippen, kleine varkens en honden (of die ook gegeten werden is ons niet duidelijk geworden) liepen vrij rond. Iets buiten de dorpen af en toe een koe. Wel grappig feit in de lokale statistieken (in vergelijking met Nieuw Zeeland), dat er in de provincie waar Ambrym toebehoort totaal maar 11 schapen zijn!

Qua hygiene deden ze echt hun best. Met onafsluitbare hutten zijn insekten en ratten onontkoombaar, maar onze muskietennetten hield al het kruipende spul buiten de lakenzak. Er werden handen gewassen en vaten gedaan, maar de kwaliteit (zoveel mogelijk doen met een klein beetje water) hield soms te wensen over. Zelf zagen ze er proper uit, met weinig kleding (het mooie uiteraard voor de kerk en daarna zo snel mogelijk weer verkleden). Het allerbelangrijkste; hun vriendelijkheid en brede lach blijven ons zeker bij!

Het project

Die eerste dag hebben we met zijn allen een rondje door het dorp gemaakt en de projecten bekeken waar we de volgende dag aan konden beginnen.

Eigenlijk heeft elke familie een eigen waterreservoir. Een familie is dan wel in het ruimste zin van het woord: daar horen ook grootouders, kinderen, aanhang en natuurlijk de kleinkinderen bij. Er staan dan ook altijd meerdere ‘bouwsels’ om een zo’n waterreservoir heen.
De reservoirs die bij de kerk staan worden gebruikt voor ‘dorpsfeesten’, maar deze reserve hoeveelheid water wordt ook gebruikt tijdens langere droogte perioden waarbij vaak de familie reservoirs droog komen te staan.

De meeste van ons hadden het liefst direct de handen uit de mouwen gestoken, maar volgens onze begeleider was dat ongepast. Later zou blijken dat dat ongetwijfeld heeft meegespeeld, maar dat eigenlijk de begeleider er niet op gerekend had dat we direkt aan de slag wilden. Voor hem was het ook de eerste keer in dit dorp, dus ook hij moest het hoofd van het dorp, de dorpsouderen en de pastoor wat beter leren kennen. Veel van zijn taak bestond uiteraard vaak uit regelen en de politiek erom heen.
De organisatie waar we met meegingen heeft tot nu alleen kerkgroepen meegenomen als vrijwilligers, maar in onze groep waren de meeste techneuten en iedereen had ook al heel wat meer van de wereld gezien. Dat bleek dus later wel even omschakelen voor onze begeleider: de dynamiek van onze groep was totaal verschillend en daar waar de anderen de eerste middag gebruikten om het dorpje en de omgeving te verkennen, was onze instelling meer van “we komen hier niet voor vakantie, maar om te werken dus hop: aan de slag”.

De volgende drie dagen hebben we ons wel volledig op het karwei in Bajap kunnen storten. Ondanks dat een van de dagen een kerkelijke feestdag was (as woensdag), had het dorp vanwege onze komst toch besloten te werken.

Voor sommige klussen moesten stellages geplaatst worden. Wij hadden nog geluk dat er een gemeenschapsruimte gebouwd werd, waar we wat materialen van mochten lenen. Maar verder gingen de mannen, initieel soms met een van ons, met een ‘bestelling’ (hoeveelheid, lengtes, t-splitsingen en recht graag) het bos in om hout en bamboe te verzamelen om stellingen en steunpalen voor de projecten te halen/kappen. Zij wisten precies welk hout of bamboe geschikt was en hadden het gauw geveld.
Bast werd gestript in lange stroken en dat werd gebruikt als ‘touw’. Hoe meer er met lokale materialen gewerkt werd, hoe beter de kans dat ze het ook zelf kunnen repareren in een later stadium.

De kerk, ook hier het beste en grootste gebouw van het dorp, had een goed golfplatendak, maar dus geen goten. Die hebben we er zelf maar aangemaakt.
Helaas zaten de boeidelen te ver naar achteren. Heel mooi natuurlijk omdat dan de dakgoten netjes onder het dak komen te hangen. Waarschijnlijk had dat hun levensduur aanmerkelijk verlengd, want dan worden ze niet nat, maar het brengt helaas zo weinig water in het reservoir!! Dus hebben we de boeidelen eraf moeten halen, balken verlengt, boeidelen er weer op gespijkert, om vervolgens de dakgoten en de afvoerpijpen aan te brengen naar de waterreservoirs.
Eén van de reservoirs van de kerk moest eerst geleegd en grondig schoon gescrobd worden met kokosnotenhulsel, voordat deze als drinkwatervoorziening geschikt gemaakt kan worden (door vervuiling nu alleen voor waswater gebruikt). Een mooie klus om samen met de kinderen en vrouwen te doen. Dit reservoir moesten we vervolgens afdekken. Da’s niet alleen tegen zonlicht (vorming van algen) maar ook tegen de verdamping. Foto’s geven de situatie voor en na ons werk aan.

Behalve de kerk hadden ook nog 3 andere huizen (huidige chief, vorige chief en nog een ander) golfplaten daken, dus ook die hebben we van dakgoten en afvoerpijpen voorzien.

Verder waren er nog een tweetal waterreservoirs die of helemaal geen wateropvang hadden (behalve dan datgene dat direkt in het reservoir regent) of ze hadden een poging gedaan het eea met enkele golfplaten op te vangen, maar echt effectief was het niet. Op dit soort reservoirs hebben we 2 ‘vleugels’ van golfplaten gemaakt, beide van noemelijke omvang om zo meer water op te vangen en in het reservoir dumpen.

Het houten frame waarop de golfplaten werden bevestigd, werd door de mannen uit het bos gehaald en op maat gemaakt met een groot manchette. Het is ongelofelijk wat de lui met zo’n mes kunnen doen: ik had op een gegeven moment een vlak oppervlak nodig: hij aan de slag en even later kon ik niet zien of het nu met een mes of met een zaag gedaan was. Maar ja zoals de nederlandse kinderen opgroeien met een fiets, zo leren de kinderen van Vanuatu... ach zie zelf maar hierboven op de foto!!

Na 3 dagen was bijna al het werk in Bajap gedaan waar wij mee zouden helpen. Het enige wat nog gedaan moest worden was het bouwen van een nieuw waterreservoir in een ander uithoek van het dorp. Een reservoir is een 2 - 2.5m diep en ongeveer 2m bij 2 meter breed gat in de grond met wanden van cement en vervolgens worden de wanden nog een meter hoger opgetrokken boven de grond. Het gat van het nieuwe reservoir was al wel gegraven, maar de wanden moesten nog gecementeerd worden. De lokale mannen waren te druk geweest met ons te helpen en zodoende was de bouw van het nieuwe reservoir wat op het 2e plan gekomen. Wij boden aan om ze ‘even’ te helpen, maar volgens onze begeleider was dat beter als de dorpelingen dat zelf deden: met dezelfde hoeveelheid cement zouden zij 2 reservoirs kunnen maken en volgens hem zouden ze het nog water dicht weten te krijgen ook.... Hij zou er later in het jaar met een andere vrijwilligersgroep nog eens langsgaan om te kijken wat ervan geworden was (checken of het cement niet ergens anders voor gebruikt was!) en of ze met de achtergelaten golfplaten onze voorbeeld vleugels hadden weten te kopieren.

De volgende dag (zaterdag) zijn we met allen naar het 2e dorp gegaan, zo’n 30-45 minuten landinwaarts rijden (en nee: ik kan geen foto’s laten zien van de auto waar we met meegereden zijn: ik durfde geen foto te nemen, bang als ik was dat de auto ervan in zou storten. Was wel blij dat de wegen niet toestaan dat er harder dan 20km/u gereden wordt!!). De situatie hier was duidelijk veel nijpender: zij hadden 4 reservoirs, waarvan er 2 volledig droog stonden en de andere 2 niet meer dan een laagje water van 20 – 30cm hadden. De zee was bovendien zo’n 2 uur lopen, dus al het water wat ze extra op zouden kunnen vangen zou zeer welkom zijn.
Het grote voordeel van dit dorp was dat ook de midden bevolkingsgroep er nog was en er waren dus vele handen die ons konden helpen. We hebben onszelf dus over de vier reservoirs verdeeld met elk de hulp van 2 tot 3 lokalen. Meer hulp, plus het feit dat we handigheid hadden gekregen in de taken, zorgde dat we aan het eind van de dag alle 4 reservoirs van vleugels voorzien, maar dus ook een aantal jongeren geleerd hoe ze die vleugels konden maken. Het kopen van materialen zal nu het knijppunt voor hun worden, maar ik weet zeker dat ze vanaf nu ook met de helft van de materialen die wij hadden ook nog voldoende water in de reservoirs weten te krijgen.
De dankbaarheid van de bevolking was echt ontroerend: bij het vertrek werd het hele dorp bij elkaar geroepen en gingen allemaal op een rij staan om afscheid te nemen. Later zou blijken dat ze ook nog het eea aan de chauffeur hadden meegegeven om uit te reiken aan ons op de afscheidsceremonie op maandag.

Zondag mocht er helaas niet gewerkt worden, maar dat gaf ons dus wel de tijd om het wat andere dingen te doen in en rond het dorp. Hun kerkdienst bijgewoond, niet gezellig met de hele groep bij elkaar zitten maar mannen en vrouwen gescheiden, zwemmen in de warme water plekken in zee, luieren en lezen op het zwarte zand strand.
Een kleine groep is met de begeleider terug gegaan naar het vliegveld voor een ontmoeting met het hoofd van het vliegveld. Een beetje aanpappen met zo iemand is van groot belang: je weet maar nooit of je hem nog eens (hard) nodig hebt als er iemand van het project ziek wordt of bij een ongeluk betrokken raakt. De faciliteiten op Ambrym zijn minimaal, dus al gauw zal er dan evacuatie naar de hoofdstad nodig zijn. Goede kontakten onderhouden met hem zijn dan erg belangrijk! Na het uitwisselen van de nodige kadootjes (ook zij waren een gastenverblijf aan het bouwen, dus de lakens en slopen zouden heel goed van pas komen) was het tijd om te ‘snacken’. De vrouw van de chief had een volledige maaltijd neergezet. Onze reaktie werd nauwkeurig gadegeslagen; het smaakte gelukkig erg goed, dus ook daar kan ze op het gastenverblijf mee uit de voeten!!

Omdat we geen materialen hadden om meer werk te verzetten zijn we maandag op verzoek naar andere dorpen geweest om te onderzoeken welke verbeteringen daar nodig waren. Alles opmeten en bijbehorende foto’s nemen (om zo de lokaties weer terug te vinden), zodat de NZ organisatie precies wist wat er voor dit dorp ingezameld en gekocht moet worden.

Afsluiting

‘s Middags was het tijd voor de afscheidsceremonie. Eerst werden de vrouwen mee de kerk ingetroond. Een hoop gegiechel en gelach en na een paar minuten kwamen ze alle 4 te voorschijn in gloed nieuwe eilandjurken: door de vrouwen van het dorp genaaid. Wij vroegen ons al af wat de naaimachine gister deed in de auto op de terugweg van de vliegveld...... dat raadsel was bij deze dus ook weer opgelost. Toen we allemaal een plaatsje op het veld gevonden hadden was het tijd voor de echte ceremonie: eerst het omhangen van bloemenkransen en vervolgens een aantal dankwoorden. Sommige in de lokale taal, die dan vertaald werden door de politieman die het beste engels sprak. Meerdere malen werd ons op het hart gedrukt om toch vooral de sponsors van materialen en gereedschap, die dit allemaal mogelijk hadden gemaakt, hartelijk te bedanken. Nou bij deze dus!! Vervolgens een paar woordjes vanaf onze kant en toen werden er nog meer kadootjes uit de doos getoverd; eigen houtsnijwerk en kleien poppetjes (om boze geesten af te dwingen). En natuurlijk als laatste een groepsfoto van ons met een groot gedeelte van de bevolking van het dorp. Als afsluiting een gezamelijke feestmaaltijd.
Voor de eerste keer deze week werd er zwijn geserveerd. Heb later het leuke kleine zwarte zwijntje overigens niet meer zien lopen in het dorp...... Tijdens de maaltijd werd er ook nog muziek gespeeld door een jeugdband: zeer karakteristieke muziek van Vanuatu, zowel de hoge stemmen van de jongens als het geluid dat uit de ‘muziekbox’ kwam.

Dinsdag zouden we om 11uur vliegen, maar wijs geworden van de heenvlucht, stonden we al om 8uur op het vliegveld. Ook bij het afscheid was het hele dorp weer uitgelopen. Tijd voor hen om de dorpsbeslommeringen weer zijn gewone beloop te laten; voor de vrouwen de moestuin bij te werken en de mannen weer aan de slag in de kokosnootplantages.

Al met al een hele leuke ervaring. Niet alleen hebben we een aantal mensen van een wat regelmatiger watertoevoer voorzien, maar het zet je ook weer even met beide benen op de grond. Ondanks alle ongemakken waar we maar al te graag over praten, hebben we het zo slecht nog niet en zijn ‘onze ongemakken’ eigenlijk hoofdzakelijk “luxe problemen”. Tenslotte hoef ik ook in onze kamper de kraan maar open te zetten en komt er water uit. Op zijn hoogst moet ik naar de pomp rijden om de tank weer bij te vullen, maar twee uur lopen om je vervolgens met zout water te behelpen..... ook dat komt dus nog steeds voor en eigenlijk veel dichter bij de westerse wereld dan dat ik voor mogelijk had gehouden.

Dus nogmaals hartelijk bedankt voor de Euro 900 totaal die jullie bijgedragen hebben aan het project die, samen met het verzamelde geld van de overige teamleden, twee dorpen ook buiten het regenseizoen vers water gebracht hebben en, omdat er nog geld over was: in de toekomst ook nog een 3e dorp (het dorp waar we zelf de foto’s en metingen gedaan hebben).

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

André & Manita

Tsja waar we nu zijn is me duidelijk. We hebben ons huis en beestjes in New Plymouth achtergelaten, om intrek te nemen in onze kamper waarin we Nieuw Zeeland en Australie zullen rondreizen. De vertrekdatum van onze reis is wat vager... Al 6 maanden geleden afscheid genomen van werk; een paar maanden heerlijk op bezoek in Nederland, in NP werken aan het huis en op het land, en gezellig het Zuid Eiland rond touren met André's familie. Toch voelt het alsof we nu pas beginnen aan datgene wat we al die tijd van plan waren...samen op pad. Na 6 jaar Nieuw Zeeland, willen we nog geen afscheid nemen van dit land, en hopen op deze manier nog op veel leuke plekjes te komen, leuke mensen te ontmoeten en te genieten van het leven hier! Dus dat we geen aankomstdatum in gedachten hebben zal wel duidelijk zijn. En suggesties voor leuke plekken zijn natuurlijk altijd welkom.

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 276
Totaal aantal bezoekers 131004

Voorgaande reizen:

14 Oktober 2012 - 30 November 2012

Nepal

01 Februari 2011 - 01 Mei 2011

Sabbatical NZ

17 Januari 2009 - 01 December 2009

Sabbatical AU

23 Juni 2008 - 22 December 2008

Sabbatical NZ-NL-NZ-AU

16 Januari 2008 - 23 Juni 2008

Sabbatical NZ

04 December 2007 - 29 December 2007

Sabbatical ANT

07 Maart 2007 - 04 December 2007

Sabbatical NZ-NL-VU

Landen bezocht: