Nog meer vogels
Door: André & Manita
Blijf op de hoogte en volg André & Manita
27 December 2007 | Nieuw Zeeland, Wellington
Terug op het schip zetten we koers naar het noorden, langs Bull Rock van het eiland waar de Campbell wenkbrauw albatroskolonie als kleine witte stipjes zichtbaar zijn (helaas kunnen we niet dichterbij dit keer) richting Bluff, voor de laatste 360nm van deze trip.
Om het aantal vogels wat rond het schip zweeft wat te verhogen, wordt inktvis beetje bij beetje vanaf het achterdek overboord gegooid. De kaapduiven waren er als eerste bij en het duurde even voordat de albatrossen het door hadden, maar toen kwamen ze ook in grote getalen. Allemaal vechtend om het aas: het was een drukte van jewelste. Een heel ander gezicht dan hun normale gezweef wat er zo moeiteloos uitziet. Een waardig afscheid van deze intrigerende vogels. Vogels die gewoon ‘even’ een rondje Antarctica vliegen, die minder energie verbruiken vliegend dan zittend op het water en die in het begin van hun leven een aantal jaren (!!) niet terug komen op het land. Er komen niet veel verschillende soorten albatrossen op af (sommige soorten volgen boten niet – wat hun redding is met de vele bycatch in de visvaart). En na al die tijd op zee vinden we het nog steeds moeilijk albatrossensoorten van elkaar te onderscheiden; bij de zeevogels zitten er toch minder verschillen in.
Het toetje vanavond; ‘Death by chocolate or waves’ was erg toepasselijk, want het toetje was inderdaad ‘to die for’ en de golven zorgden ervoor dat borden en glazen vast gehouden moesten worden en we zaten te rollen op onze stoelen. Wel bleven er vanavond een aantal stoelen leeg nu we weer midden op zee zijn en dezelfde mensen als voorheen zich gestrekt op bed toch het comfortabelste voelden.
De hele trip hebben we redelijk rustige zeeën gehad voor deze contreien, wat geweldig is geweest. Maar er zijn een aantal mensen aan boord die de laatste dag nog wat van de ‘roaring fourties’ (stormachtige 40°) willen mee maken en de wind om de boot horen razen. De ‘furious fifties’ (onstuimige 50°) en de ‘soaring sixties’ (brullende 60°) hebben tijdens onze tocht hun naam niet echt eer aangedaan. Ongetwijfeld hebben de zeelui van vroeger deze breedtegraden niet voor niets deze bijnamen gegeven, maar nadat Ross in het begin van de trip door de bemanning verteld was niet meer te fluiten op het schip omdat dit ongeluk brengt (de wind oproept), hebben we weinig loeiende winden meer gehad.
Een keer overdag heeft het schip een 35° list gehad (terwijl het 55° kan verdragen) waarvan iedereen (buiten de zeezieken) genoot. En één nacht waren het hele lange rollen en leek het soms of het schip niet meer rechtop terugkwam. Later hebben we nog een korte hagelbui gehad, maar ben benieuwd wat ons verder nog te wachten staat.
Het einde van de trip komt duidelijk in zicht. Zwemvesten voor de zodiacs (uiteraard niet de zwemvesten voor noodgevallen) moesten ingeleverd worden en de bar rekening afgesloten. Dat de dagen zo snel korter worden, na een paar dagen geleden de langste dag gehad te hebben, hebben we nog nooit gehad in ons leven. De zon gaat nu al rond 10 uur onder. Zou het feit dat we steeds noordelijker komen, dichter bij NZ er iets mee te maken hebben? En we doen dit met volle vaart! Met twee motoren zo’n 11 knopen, terwijl we de hele trip maar één motor draaiende hebben gehad: de bemanning kijkt zeker ook naar het eind uit.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley